Dit gedicht ging door mij heen toen ik gisteren mijn middelvinger duidelijk toestak naar het parlement.
MACHTELOOS
heel zijn leven heeft hij het vaderland gediend
al jong van huis, ver van familie en vriend
bij het KNIL zijn taken gaan doen
dat was zijn karma in die tijd van toen
jong moest hij al de vijand zien te verdrijven
die hun voorgeschoteld was als gele kromme wijven
wat toen al heel snel en overduidelijk bleek
de regering liet hun toen al genadeloos in de steek
nauwelijks waren zij van wapentuig voorzien
niet opgewassen tegen die meedogenloze vijand bovendien
een lange tijd verblijven in dat rottig jappenkamp
werd hun leven – na terugkeer op Java opnieuw een ramp
huis, barang en de rest, alles was voor altijd weg
kan het nergens meer krijgen is alles wat ik zeg
payementen over die kamptijd die moest worden ondergaan
werden niet meer uitbetaald en bleven ergens staan
nu, zoveel jaren later in ons nieuwe leven
willen zij het nog steeds niet aan ons geven
die klote overheid moet zich heel diep gaan schamen
terwijl ik dit schrijf met ogen vol met dikke tranen
hebben zij daarvoor het vaderland moeten dienen
dat zij nog steeds geen rechtvaardigheid verdienen
geef ons potverdomme na zoveel jaren eerlijke rechten
zodat zij niet tegen die oneerlijkheid moeten vechten
het al jaren durend conflict om ons leed te erkennen
gaat bij ons nooit en te nimmer een beetje wennen
wij zijn bereid om met stevige hand hiervoor te strijden
en ons van het Indisch trauma te bevrijden.
(tekst: Han Dehne)