In 1260 waren de Mongolen, geleid door Hulagu Khan, op een missie om het Midden-Oosten te veroveren. Maar hun zoektocht naar overheersing stuitte op hevig verzet tijdens de Slag bij Ain Jalut. De Mamelukken, een militaire elite bestaande uit voormalige slavensoldaten, vormden een cirkelvormige formatie genaamd “ghazwa” en zetten hun zwaar gepantserde cavalerie aan het front in om de aanvankelijke Mongoolse aanval op te vangen. De Mamelukken vielen vervolgens in de tegenaanval met hun lichtere, meer behendige cavalerie, waarbij ze hit-and-run-tactieken gebruikten om de Mongolen uit te putten. De Mamluk-infanterie, gewapend met speren, schilden en zwaarden, vormde een beschermende barrière voor de cavalerie en hielp de Mongoolse cavalerie af te weren toen ze probeerden door de Mamluk-linies te breken.
